Wat is het juridisch kader voor de rekenmodule vBVV?

donderdag 15 oktober 2020

Sabine Snijders, Senior jurist en Privacy officer bij SNG, legt in het kort uit wat het juridische kader is voor de rekenmodule. 

De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet (hierna: de Wet) wijzigt de regels rond de beslagvrije voet. De kern bestaat uit een sterk vereenvoudigd model om de beslagvrije voet te berekenen. Voor de uitvoering van de nieuwe berekening worden vanuit het overheidsprogramma Programma vBVV rekenmodules opgeleverd, waaronder die van SNG.

De Wet geeft voor de verschillende leefsituaties die iemand kan hebben, formules voor de berekening van de beslagvrije voet. Eén van de elementen uit de formule is ‘het tot een jaarinkomen herleide belastbaar inkomen van de schuldenaar’, én indien van toepassing, van diens echtgenoot.*
(*Hiermee wordt de definitie uit de Participatiewet bedoeld. Dit betekent dat hieronder mede worden verstaan: de situaties van geregistreerd partners en personen die een gezamenlijke huishouding voeren, niet zijnde bloedverwanten in de eerste graad.)

De beslaglegger die beslag wil leggen op periodieke inkomsten kan dit bedrag vaststellen door middel van een van de rekenmodules met behulp van gegevens uit de basisregistratie personen (BRP) en de polisadministratie van het UWV (UWV Polis). De BRP wordt geraadpleegd voor BSN, adres en leefsituatie. De UWV Polis wordt geraadpleegd voor de identiteit van de inkomensverstrekker(s) van de schuldenaar en de benodigde inkomensgegevens. Op basis van deze gegevens kan de beslagvrije voet worden bepaald. Op de formules om de beslagvrije voet te berekenen, gelden wel enkele correcties in verband met bepaalde lasten of situaties.

Berekening van de beslagvrije voet is aan de orde bij het willen leggen van (eventueel vereenvoudigd) derdenbeslag. Op dat moment, er is dan ook al een betekende titel (vonnis, dwangbevel), raadpleegt de beslaglegger de rekenmodule, die dus op de achtergrond de BRP en de UWV Polis bevraagt.

Voor wat betreft de SNG Rekenmodule vBVV gelden hiervoor een autorisatiebesluit BRP van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dan wel de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en een overeenkomst inzake de UWV Polis tussen SNG en UWV.

Indien al een beslaglegger beslag heeft gelegd op de periodieke inkomsten, onder een derde, vraagt de latere beslaglegger bij de eerdere, coördinerend deurwaarder de berekende beslagvrije voet op.
Gerechtsdeurwaarders kunnen de beslagvrije voet raadplegen in het Digitaal Beslagregister (DBR), waar alle gerechtsdeurwaarders op zijn aangesloten.

De modelmededeling waarmee de beslagvrije voet wordt medegedeeld aan de schuldenaar wordt toegelicht in de volgende blog: Wat is de functie van de modelmededeling?